top of page

Reizen door Angola

  • Agnes
  • 1 mei 2016
  • 10 minuten om te lezen

Als het abnormale normaal wordt, het leven om je heen alledaags en je sociale leven steeds drukker, dan wordt het steeds lastiger om weer even achter de laptop te kruipen en je verhalen op te schrijven. Als je dan eenmaal de tijd neemt om dit te doen blijkt dat je hele mooie avonturen hebt beleefd. De afgelopen maanden hebben we wat rondgereisd, zowel binnen als buiten Angola. Afgelopen Februari waren we vanwege mijn visum (Agnes) helaas weer genoodzaakt om even terug te keren naar Nederland. Gelukkig ging het regelen van een nieuw visum vele malen sneller dan de vorige keer en konden we snel terugkeren. Ook al was het een kort bezoek, even weer vrienden en familie zien is altijd leuk.

In December zijn wij met een aantal vrienden voor een weekend trip naar Malanje geweest. Malanje is een klein dorpje ongeveer 400 km ten oosten van Luanda. Onderweg zijn er twee beroemde landmarks die je eigenlijk wel gezien moet hebben, de zwarte rotsen van Pungo Andongo en de watervallen van Kalandula. Enige voorbereiding voor een reis door het binnenland is hier wel nodig. Een lekke band door de slechte wegen is niet ongewoon en de meegebrachte flesjes water en bananencake waren als 'omkoop middel' ook geen slecht idee. Onderweg via de zuidelijke route stuitten we eerst op een tekstboek voorbeeld van corruptie in Angola. Het opzich al slechte asfalt gaat ineens over in een grindpad. 50 km verderop kwamen we op het mooiste stuk asfalt dat we tot nu toe zijn tegengekomen. Waarschijnlijk heeft iemand de opdracht en het geld gekregen om de weg te vervangen. Iedereen begint met goede moed aan de opdracht maar ineens is het geld op. De weg is nog niet afgerond dus wordt dat provosorisch opgelost. Waarschijnlijk is een deel van het geld in iemands broekzak verdwenen en kan het project dus niet afgerond worden, niemand die zich hier verder druk om maakt.

Later zijn we gestopt bij Pungo Andongo. Via een Hollands plat landschap kom je aanrijden en ineens is daar aan de horizon een onwijs grote rotsformatie van zwarte stenen (Pedras Negras). Een paar verwaarloosde Portugese huizen zijn de overblijfselen van wat eens een statig dorpje was in het midden van de rotsformatie. Hier is de achtergebleven agent met zijn familie in het 'mooiste' huis getrokken, verder is er niemand meer. Veel spectaculairder is het uitzicht bovenop. Via een klein paadje en een steile klim kwamen we bovenop de rotsen met onwijs mooie uitzichten tot in de grote vertes.

Later, aangekomen in Malanje moesten we nog opzoek naar een hotel. Dit was iets lastiger dan gedacht want uiteindelijk bleek dat een groot aantal hotels tijdens kerst en het weekend erna gesloten waren. Wij zouden denken dat je juist in die dagen je hotel zou open gooien, maar aangezien de hotelbranche meer geld verdient aan zakenmensen houden zij de hotels dicht tijdens de feestdagen. Toeristen komen er toch nauwelijks. Uiteindelijk waren we terecht gekomen bij een hotel ergens achteraan een industrie terrein welke verassend genoeg wel open was. And what a lucky shot it was. Het was een onwijs groot complex, helemaal leeg maar met een handjevol verveelde werknemers. De bedden leken nog nooit beslapen en naar Angolese maatstaven was alles prima voor elkaar. Het uitzicht vanaf het dakterras was super mooi en het enthousiaste personeel was zeker een aanbeving waard. Het was de ideale spontane stop voor een eerste trip met onervaren reizigers.

De stop voor zondag waren de watervallen van Kalandula, de op 2 na grootste van Afrika, en nu tijdens het regenseizoen het ideale moment om te bezoeken. Lokale kinderen hangen rond bij de watervallen en willen de weinige toeristen tegen betaling begeleiden naar de onderkant van het waterspektakel. Het pad was al wel belopen door enkele avonturiers die ons voor zijn gegaan, maar het was nog steeds een hele wandeling, wadend door het water en klimmend over de rotsen kwamen we aan bij het watergeweld. Het water stroomt woest langs je heen, want veiligheids hekjes zijn er niet. De omgeving was schitterend groen dus genoeg te zien als je aan het bijkomen bent. Eenmaal boven was het alweer tijd om richting Luanda te rijden. De wegen terug zijn slecht en met de nodige politiestops kan de rit langer duren dan je verwacht. Onderweg komen we behoorlijk wat politiestops tegen, waar we elke keer vriendelijk de weg af gedirigeerd worden. 2 blanke koppen achter het stuur, daar moet vast wel wat te halen zijn. Sommige agenten controleerden onze papieren, opzoek naar iets waarvoor ze geld konden vragen. Maar anderen wouden gewoon wat te drinken of een praatje maken. Gelukkig zijn we overal langs gekomen zonder te hoeven betalen. Het is Martijn zelfs gelukt een telefoonnummer te scoren van een vrolijke agente.

We hebben tijdens de kerstvakantie ook een kijkje genomen in Port Amboim. Een havenstadje ongeveer 3 uurtjes ten zuiden van Luanda waar Heerema (het bedrijf van Martijn) zijn werf heeft gevestigd. We hebben van collega Margot een mooie rondleiding gekregen over de werf, de toekomstige werkplek van Martijn. Nadat Martijn zijn opdracht hier in Luanda heeft afgerond zal hij nog een aantal maanden op de werf aan het werk gaan. Op deze werf zijn 500 Angolezen, Portugesen, Nederlanders, Engelsen en nog vele anderen druk bezig met de voorbereiding van de uitvoerende fase van het Kaombo project. Naast dat Heerema een hele belangrijke werkgever is in Port Amboim ondersteunen ze ook een lokaal jongens weeshuis en een bibliotheek. De jongens in Remar, het weeshuis, krijgen mede door de hulp van Heerema onderdak, eten en onderwijs. Heerema draagt dus zijn steentje bij aan de ontwikkeling van het stadje. Wij hadden voor de jongens wat schoolspullen en speelgoed meegenomen. Hier waren ze zo blij mee dat ze zelfs voor ons gezongen hebben, dit filmpje kan je zien onder het tabblad VIDEO.

Een volgende 2-daagse trip met een hele andere maar net zo leuke groep vrienden hebben we gemaakt richting Conda. Dit ligt ongeveer 6 uur ten zuid-oosten van Luanda. Het binnenland is onwijs groen na alle regenval en veranderd onderweg van uitgestrekt naar heuvelachtig. Conda ligt op ongerveer 1000m boven zeeniveau. We hebben over Martijn zijn favoriete bergweggetjes kunnen rijden, al bochtjes draaiend de bergen in. Langs de weg lopen mensen van dorp naar dorp want lang niet iedereen heeft een brommer, laat staan een auto. Met soms kilos aan spullen kunnen ze overal opduiken, dus je moet wel scherp blijven tijdens het auto rijden. Het is een combinatie van het vermijden van gaten, tegenliggers (die op hun beurt weer gaten vermijden), wandelaars en ook dieren. Het aanrijden van een dier kan je behoorlijk duur komen te staan. Een kip kost zo gezegd 50 dollar en een geit kan je wel 200 dollar lichter maken. Belangrijk dus om goed op te blijven letten. De dorpjes in het binnenland zijn verder klein met af en toe een school of ziekenhuisje maar ook altijd weer een politiepost.

Onderweg had onze reisleidster Georgi verschillende stops bedacht met mooie viewpoints. Oude bruggen, watervallen, vergezichten en locale marktjes zijn mooie plekken om het binnenland van Angola te beleven. De mensen onderweg zijn onwijs vriendelijk en het is een heerlijke ontsnapping uit de hectische stad. Ondanks dat het hier veel gemoedelijker is, is er ook heel veel armoede. In Nederland hebben we van heel veel familie en vrienden kleding gekregen om uit te kunnen delen aan kinderen die het kunnen gebruiken. Hier hadden wij ook een deel van meegenomen voor onderweg. Tijdens een van de stops was de rest van de groep een veld in gelopen voor wat fotos. En terwijl Martijn en ik bij de autos bleven zagen wij een aantal jongetjes in een ander veld spelen. Toen de jongetjes uit nieuwschierigheid naar ons toe kwamen schrokken we toen we zagen dat ze op de boxershorts na helemaal geen kleding hadden. Hier kwamen de t-shirts goed van pas!. Ze waren onwijs blij met hun lekker ruikende nieuwe shirts (zie foto) en hebben met Martijn nog de pasjes van de village people gedanst (YMCA). Ook al is ons Portugees nog wat beperkt, met wat vrolijkheid kom je een heel eind.

We hebben uiteindelijk overnacht bij fazenda Rui Uiri, een boerderij waar tegenwoordig ook gasten ontvangen worden. Het terrein staat vol met bloemen en planten en de passievruchten waren rijp om te plukken. En de liefhebber kan zelfs een duik nemen in een zwembad gevuld met heeeeel koud bergwater. We werden getrakteerd op een heerlijke bbq en bij het ontbijt was er een overvloed aan vers fruit, echt genoten. Op zondag zijn we op de weg terug naar Luanda nog gestopt bij natuurlijke hotsprings. Dit water uit de berg was voor ons veel te warm om in te dobberen, maar voor de lokale bevolking is het een belangrijke plek om zichzelf en hun kleding met warm water te kunnen wassen. Het was dan ook lekker druk en overal lag kleding uitgespreid om te drogen. Ook voor de terugweg had Georgi een aantal mooie stops uitgezocht. Helaas duurt de weg terug duurt altijd langer dan je denkt. Veel Luandezen gaan tijdens het weekend de stad uit en komen op zondag avond terug, dit resulteert in vele opstoppingen en files net voordat je de stad in komt. Helaas kwamen wij ook in deze beruchte file terecht en duurde de terugweg een aantal uurtjes langer dan gehoopt. Maar het bleef gezellig in de auto.

De meest recente trip die we hebben gemaakt was tijdens pasen. Deze trip hadden we ook zelf georganiseerd. De bedoeling was om met een klein clubje 4 dagen rond te reizen maar dit werd uiteindelijk een gezellige groep van 14 Angolezen en Nederlanders. Omdat het eerste deel in Luanda verradelijk lang kan duren wanneer je vast komt te zitten in het verkeer, is het noodzaak om vroeg op te staan. Na een lange dag in de auto kwamen we uiteindelijk uit in Benguela, een stad 9 uur rijden ten zuiden van Luanda. Dankzij onze Bradt reisgids (dankje Marlieke en David) hebben we onderweg een paar mooie stops gemaakt om fotos te kunnen maken en de natuur van Angola te bewonderen. Rondreizen kost zoals gezegd enige voorbereiding en je moet weten waar je heen wilt. Ondertussen zijn er al een aantal mensen ons voorgegaan, maar je bent nog steeds een van de weinige toeristen en dat is geweldig. Zoals de reisgids al aangeeft ga je echt 'off the beaten track'. Het is soms zoeken waar je moet zijn en je moet vertrouwen op de verhalen van je voorgangers. Dat maakt de trip net even wat spannender maar altijd de moeite waard. Van verassend mooie natuur tot koloniale gebouwen, Angola heeft het wel allemaal.

Lobito ligt net een half uur voor Benguela en heeft een beroemde Restinga, een soort Ilha (landtong) net zoals hier in Luanda. Voor de historisch geinteresseerde reiziger is er ook vermaak, de boot Zaire. Het verhaal gaat dat in 1961 de huidige president dos Santos hiermee naar Luanda is gevaren. Hierna is hij de revolutie gestart waarbij hij tot op de dag van vandaag de President van Angola is geworden. (Een aantal weken geleden heeft hij het volk vertelt dat hij in 2018 zal aftreden, na de verkiezingen van 2017. Wat voor gevolgen dit voor het land zal hebben zullen wij helaas niet meemaken, maar hopelijk is het een positieve verandering).

Zaterdag zijn wij met Lula en Gabriel te voet Benguela gaan ontdekken. In Luanda kan je overdag wel op straat lopen, maar moet je altijd oppassen. In Benguela konden we ongestoord 4 uur lang rondlopen en fotos maken. Een aantal mooi onderhouden portugese gebouwen, het straatleven en de boulevard konden we veilig bekijken en vastleggen als echte toeristen. Op de weg terug naar het hotel kwamen we langs een openlucht bioscoop waar die avond een muziekspectakel werd georganiseerd. Enthousiast als we waren hebben we hier kaartjes voor gekocht en toen zaten we savonds ineens in het publiek van een Angolese zangwedstrijd. Met als afsluiter optredens van de Angolese Jan Smit en Adele. In het begin zitten alle Angolesen heel braaf op hun stoeltje maar ze zijn veel te ritmisch om lang stil te blijven zitten. Het duurde dus niet lang voordat velen aan het dansen waren, een hele geslaagde avond.

Zondag ochtend zijn we weer redelijk vroeg vertrokken richting het noorden. Voorbij Sumbe zijn een aantal grotten die we graag wouden bekijken en deze zijn lastig om te vinden. De gruttas de Sassa zijn naar schatting enkele honderden grotten waarvan nog maar een paar van zijn ontdekt. Nadat we meerdere keren verkeerd waren gereden hebben we een lokale jongen gevraagd om ons uit de brand te helpen. Hij is bij ons in de auto gestapt en liet het verborgen weggetje zien die offroad richting de grotten gaat. Zonder hem hadden we die nooit kunenn vinden. Een aantal van de meegereisde angolezen waren tot dan toe uberhaupt nog nooit buiten de stad geweest en gingen nu een nog grotere uitdaging aan. Waar we eerst nog het comfort van de stad hadden, gingen we nu de natuur in. We moesten een tocht maken door het gras en langs de rotsen dalend naar beneden naar de ingang van de grot. Leeuwen zijn hier geen gevaar maar slangen en schorpioenen des te meer. Gelukkig als je met een grote lawaaierige groep bent zijn die allang gevlogen. De opening van deze grot is onwijs groot en je kan een heel stuk deze spectaculaire grot inlopen. Ook hier is geen toeristen office, dus je moet om je eigen veiligheid denken. Terwijl we naar binnen liepen hoorden we boven ons hoofd de krijsende vleermuizen familie die niet blij waren met onze komst. Eenmaal weer bij de auto was iedereen helemaal bezweet maar gelukkig helemaal enthousiast.

Omdat ik onze Angolese vrienden ook mijn favoriete plekje van Angola wou laten zien hadden we weer een overnachting geboekt in fazenda Rio Uiri. We vertrokken op maandag, een werkdag, dus de boerderij was in al zijn bedrijvigheid te bewonderen. Veel lokale vrouwen en kinderen waren druk bezig met drogen van mais om later funge (maispap) van te kunnen maken. En de mannen waren druk bezig met het sjouwen van fruit en groenten waarschijnlijk voor de verkoop. Ook al was de weg terug bekend, de stops zijn nog steeds de moeite waard om nog een kijkje te nemen. Bij een oude brug bij een andere waterval heb ik gelukkig de tassen met kleding weer tevoorschijn kunnen halen. Een klein kereltje kwam met zijn zussen kijken wat wij aan het doen waren. En weer viel het ons op dat het enige wat hij aan had een kapot gescheurd broekje was. Dankzij jullie hebben wij hem een mooie polo en nieuwe broek kunnen geven. En ook zijn zussen kregen een nieuw t-shirt. Toen andere vriendjes zagen wat we deden konden we nog veel meer kinderen blij maken met nieuwe kleding en koekjes. Hiervoor onze grote dank aan iedereen die kleding heeft gegeven. Eenmaal weer on the road zijn we nog een aantal keer gestopt bij locale markten die langs de weg te vinden zijn. Op het moment zijn groenten en fruit in Luanda schaars en duur. Gelukkig vind je langs de weg kleine marktjes met lokale verkopers en een overvloed aan wat er op dat moment maar rijp is. De prijzen zijn een fractie van wat wij er in de stad voor betalen en veel verser kan je het niet krijgen. Iedereen heeft zakken vol meegenomen om thuis ook aan vrienden en familie uit te kunnen delen. Een lekkere afsluiting van onze geslaagde trip.

Ondertussen zijn we met pijn in het hart alweer aan het voorbereiden om ons vertrek uit Angola. Ik vertrek 18 mei weer richting Nederland en Martijn volgt op 22 juni. Voordat we weg gaan maken we samen nog een mooie reis buiten Angola. We zouden nog graag veel meer in Angola ontdekken, maar hebben besloten om een weekje naar Kaapstad te gaan. Heel benieuwd wat voor moois we hier gaan zien.

Onder het tabblad FOTO'S is een selectie te vinden die bij dit verhaal horen. VIDEO pagina heeft ook een update gehad.

Groetjes, Agnes en Martijn


Ā 
Ā 
Ā 

Comments


Tip:

 

Om een reactie achter te laten moet je inloggen via Facebook of met je naam en je email adres. 

 

Als je je email adres liever niet geeft, kun je ook een niet-bestaand email adres intoetsen. Dat werkt namelijk ook.

 

Bijvoorbeeld:  jan@doedel.nl 

 

MAILING LIJST:

Vul hier je email adres in om op de hoogte te blijven van nieuwe blog posts

bottom of page